In bijzijn van de familie van de heer Menzel, de heer Pete Hoekstra, ambassadeur van de VS, de heer Theo Bovens, gouverneur van Limburg en de heer Jan Schrijen, burgemeester van Valkenburg, overhandigde de hoogste militair attaché van de Amerikaanse strijdkrachten in Nederland een eremedaille aan Rotterdammer H. Menzel.
De heer Menzel is geboren en woonachtig in Rotterdam en bereikt dit weekend de 94 jarige leeftijd. Na zeven en een half decennium ontving hij maandag 16 september een eremedaille van de Amerikaanse regering. Deze eremedaille, the Army’s Civilian Humanitarian Service Medal genaamd, kreeg hij wegens bijzondere verdiensten ten tijde van onze bevrijding en in het verdere verloop van de oorlog.
De uitreiking vond afgelopen maandag in Valkenburg plaats op initiatief van Museum Valkenburg en werkgroep We Do Remember, tezamen de organisatoren van een groots opgezette tentoonstelling waarin het verhaal wordt verteld van Dhr Menzel en andere laatste Nederlandse en Amerikaanse ooggetuigen en waar de jonge mannen uit de VS, die bij de bevrijding van Valkenburg het leven lieten, worden geëerd.
Direct na de hevige strijd om Valkenburg meldde Hendrik Menzel zich bij de Amerikaanse troepen om te werken in het 91ste Evacuation Hospital, dat was gehuisvest in een voormalig Nazi opleidingsinstituut te Valkenburg.
In dat Evacuation Hospital knapte Hendrik met een aantal kameraden het vuile werk op. Zij transporteerden ernstige gewonden naar de operatiekamers en de overledenen naar het mortuarium. Zij ruimden de afval op en poetsten de ruimtes. In Valkenburg werden in die dagen meer dan 12.000 gewonden verzorgd. Toen na enkele maanden het hospitaal het front naar Duitsland volgde vroeg de leiding aan Hendrik en zijn maten om mee te gaan. Ze bleven bij het hospitaal en hielpen de artsen en verpleegsters, onder vaak erbarmelijke condities, menig leven te redden.
Hendrik Menzel is een van de laatste ooggetuigen. Hij speelde een niet te onderschatten rol in onze bevrijdingsgeschiedenis. Hij heeft alles bijgehouden in een dagboek dat hij na de oorlog overhandigde aan het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie (NIOD depotnr. 1891), opdat wij nooit zullen vergeten.