Het Limburgse landschap is ondenkbaar zonder de talloze kerkjes, kapelletjes en wegkruisen. Al eeuwen trekken ze op schilderachtige wijze de aandacht van de voorbijganger. Vroeger waren het plekken waar een kaarsje werd opgestoken, waar een kruis werd geslagen en even werd geknield. Het Rooms-Katholieke geloof speelde eeuwenlang een vanzelfsprekende hoofdrol in de Limburgse samenleving. Kinderen groeiden ermee op. De carrière van talloze kunstenaars, musici en architecten werd erdoor bepaald.
Maar de tijden veranderden. Kerken werden gesloten, kloostergemeenschappen vergrijsden. De zorg voor de grote en kleine religieuze monumenten bleef. Monumentale kerken worden gerestaureerd, wegkruisen krijgen een verfje en kapelletjes een nieuw dak. Het kruisje van oma kreeg een plekje in het nieuwe huis van de kleinkinderen, de kunstwerken uit kerken en kloostergebouwen werden geschonken aan musea.
Kapelletjes en veldkruisen vormen nu vooral schilderachtige elementen in het landschap. Maar voor veel wandelaars zijn ze nog steeds de uitgelezen plaats om te pauzeren. Ze staan er graag bij stil.