Helga Paetzold (1933-1990) werkte volgens de traditionele weeftechniek, die zij tot in detail perfectioneerde. Zo was zij in staat haar meest genuanceerde gedachten in wol tot uitdrukking te brengen. Weven was voor haar een levenskunst.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw vervaardigde de kunstenares voor het eerst werken van monumentale afmetingen, waarmee ze ook exposeerde. Belangrijke thema’s van het abstract werk van Helga Paetzold uit deze periode waren; energie, groei en de natuurkracht. Halverwege de jaren zestig veranderde, onder invloed van haar opgroeiende kinderen, de thematiek in haar werk.
De spontane, ongekunstelde en grenzeloze fantasie van de kinderwereld sprak Helga Paetzold sterk aan. Compilaties van verschillende kindertekeningen, waar ze op de achterkant fragmenten van gedichten die haar aangrepen opschreef, werden haar voornaamste inspiratiebron. In de jaren zeventig keerde ze qua thematiek weer terug naar de natuur, ze liet echter de abstractie los en beeldde de natuur in al haar grilligheid, ruwheid en schoonheid uit. In de jaren tachtig kwam er aan deze uitbundige, kleurrijke natuurwerken abrupt een einde. Helga Paetzold kon niet langer de onschuldige natuur weergeven, terwijl haar gedachten uitgingen naar de gruwelijkheden van het menselijk bestaan.
De indrukwekkende kunstwerken van Helga Paetzold zijn tot en met 1 september te bewonderen in Museum Valkenburg.