Van 2 december 2012 t/m 24 februari 2013 presenteert het museum een tentoonstelling met het werk van Pieke Dassen (1926-2007). Hij werd beroemd in de jaren 1960 als poppenspeler in Maastricht, waar hij in de zogenaamde `Poesjenellenkelder` zijn poppentheater had. Ook elders in het land trad hij op. Zijn poppen zijn zorgvuldig bewaard gebleven, en spreken ons nog steeds aan door hun expressie en karakter. De tentoonstelling zet de poppen in een theatrale presentatie volop in de schijnwerpers, met koning Wittevlok, de bedroefde prinses, de deftige dame, Harlekijn, Puk en Muk, de kleine indiaan en vele anderen. Daarnaast worden schilderijen van Pieke Dassen getoond en zijn er fragmenten van zijn werk als acteur te zien.

Pieke Dassen was een veelzijdig talent. Hij studeerde achtereenvolgens aan de Kunstnijverheidsschool en de Jan van Eyck Academie, beide te Maastricht. Zijn keuze voor deze opleidingen maakt duidelijk dat zijn ambitie vooral in de beeldende kunst lag. Het poppenspel begon als bijbaantje, maar groeide uit tot zijn belangrijkste bezigheid. Pieke Dassen studeerde ook enkele jaren aan de Toneelacademie.

Het poppentheater in de `Poesjenellenkelder` was er niet alleen voor kinderen: in veel stukken worden de kerk of politiek op de korrel genomen, waardoor de verstandhouding met deze instituten voordurend onder spanning stond. Toch draaide het in de `Poesjenellenkelder` vooral om poppenspel voor kinderen, en Pieke kon die kinderen muisstil krijgen door alleen maar een enkele pop op de hand te nemen.

In de jaren 1964-1965 maakte hij voor de televisie het poppenspel `Narretje Notedop`. Landelijke bekendheid kreeg hij vooral als acteur in zijn rol van August in de televisieserie `De film van Ome Willem`, in de jaren 1974-1990. Vanaf zijn zestigste ging hij zich helemaal op het schilderen toeleggen.