Gefascineerd door stukken textiel uit verre landen in het atelier van zijn vader Gène Egge, begon Coen zo rond zijn 14^de zelf te verzamelen. Dat heeft bijna 60 jaar later geleid tot een enorme collectie van vooral kleding uit Afrika en Azië.

De fascinatie betrof ook destijds al hoe kleding iemands beeld vormde, en meer special de vrouw die zeker toen, in de vroege jaren 60, veel nadrukkelijker gekleed ging dan de gemiddelde man. Bij niet-westerse volkeren is dat vaak nog vele malen sterker, met allerlei sociale aspecten. Daarnaast was, en is er een grote interesse in materialen en technieken. Uiteindelijk gaat het om de al dan niet bewust versierde mens.

Uit een grote veelheid verzamelde stukken, die langs allerlei wegen en omwegen in de collectie terecht kwamen, is een uitbundige selectie gemaakt die al dat soort aspecten tonen. Uitgangspunt daarbij is, naast de materiële kant van elke stuk, het sociale verhaal. Textilia als toegang tot andere culturen.

Op de volgende zondagen 7 en 21 augustus, 4 en 18 september  en 9 oktober van 14:00 -16:00 uur zal hij in het museum aanwezig zijn.