Crashte het vliegtuig uit WOII elders dan tot nu toe gedacht?
Onlangs deed Doeke Krikke archeologisch onderzoek met een metaaldetector in een weiland naast de Putweg in Houthem-St. Gerlach (gemeente Valkenburg aan de Geul). Daarbij vond hij een paar onderdelen die leken op onderdelen van het, in WOII te Houthem neergestorte, Handley Page Hampden MK1 vliegtuig in een nabijgelegen weiland. Een stukje romp van 20 cm lang en twee weken later, nog eens een kleiner, anders soortig stukje dat leek op een onderdeeltje van het instrumentarium van het betreffende vliegtuig. Deze vondst werpt nieuw licht op oude veronderstellingen.
Na deze vondst riep Krikke de hulp in van Bas Bruls, een expert in WOII-materialen en speciaal vliegtuigwrakken. Samen onderzochten ze de gevonden resten: Bruls wist te vertellen dat het eerstgevonden fragment een onderdeel van het Hampden vliegtuig was, dat vlakbij dit weiland is neergestort in WOII. Hij schreef hierover het volgende: “Helaas geen prefix code op het stuk metaal maar de diameter van de gaten en de ankermoer hebben dezelfde afmetingen als andere gevonden Hampden onderdelen, dus dit is echt van de Hampden die daar gecrasht is. Ik ben er blij mee”! Er zijn sterke aanwijzingen dat een ander gevonden stukje tot het instrumentarium uit het vliegtuig behoorde. De brokstukken van de Handley Page Hampden MK1 zijn in ieder geval wijder verspreid geraakt dan tot op heden bekend was. Maar er is meer.
Verderop in het weiland vond Krikke een bril met wat bijbehorend materiaal eromheen. Deze bril behoorde waarschijnlijk toe aan een geallieerde vliegenier uit WOII. Tot Krikke’s vreugde en verrassing vond hij daarna ook nog een bajonet die, zo bleek wat later, van een Duitse soldaat was.
VLIEGTUIG
Het betreffende vliegtuig dat neerstortte was een “Handley Page Hampden MK1 van het 61 Squadron met nummer AD-937. Het was om 11 uur in de avond opgestegen vanaf het vliegveld Hemswell (nabij Lincoln), met een bemanning van vier personen. Na de missie, werden ze om 01.17u boven Houthem aangevallen door een Duitse nachtjager. Het genoemde vliegtuig vloog in de lucht in brand en stortte neer nabij de toenmalige Nieuweweg (Nu Groeve Curfsweg). Alleen de piloot
Braithwaite wist zich te redden via zijn parachute.
Deze bril zou dus weleens van de piloot (John Geden North Braithwaite, Pilot/officer, geboren 05-10-1920, Durham England, POW (Prisoner Of War) gestorven 16-11-2005) geweest kunnen zijn. Deze piloot is getraceerd via een overlijdensadvertentie eind 2017, als: J.G.N. Braithwaite, bijgenaamd Jack, in Michigan. Er is contact gelegd met zijn familie. [1]
Verder zoekend vond hij nog de in beton gestorte resten van ijzeren verlichtingspalen van een toegangsweg of oprit die daar geweest is. Het was een oprit naar het park dat behoorde bij het landhuis Huize Gurtsenich (1685). Historische kaarten geven hier enige aanwijzingen voor. De omliggende weilanden behoorden vroeger allen tot het landhuis.
HYPOTHESE
Na bestudering van de vondsten op deze plek, nam Krikke het volgende in overweging:
- de manier waarop de lichtpalen afgeknapt waren en
- de positie van een zeker 150-200 jaar oude boom, op het einde van de genoemde oprit,
- de gevonden patroonhulzen en de richting ervan, afkomstig van het afweergeschut van het genoemde neergestorte vliegtuig.
- de positie van het akkerland achter het huidige gebouw van Nobama Care Vroenhof, waar het vliegtuig oorspronkelijk neergestort zou zijn,
- én het feit dat er geen enkele vondst van gelijkende wrakstukken van het vliegtuig in dat akkerland achter het gebouw en tuin van Nobama Care en het monument van dat neergestorte vliegtuig en hun piloten zijn gevonden.
Voorgaande natuurlijk in combinatie met de verhalen die al geschreven zijn, formuleerde Krikke een andere theorie: “Het genoemde en beschreven vliegtuig dat neergestort zou zijn in genoemd akkerland achter het huidige gebouw van Nobama Care, is daar waarschijnlijk wel beschoten (en getroffen) ook door de Duitse afweer op de grond, maar niet boven dat akkerland uiteengespat.
De piloot heeft, zwaar in nood en waarschijnlijk ook al gewond, een poging ondernomen tot noodlanding. Door de rook en beginnende vlammen heen, meende hij in de laatste seconden een soort verlichte landingsbaan te zien; de hierboven door mij al beschreven destijds aanwezige oprit naar huize Gurtsenich. Hij maakte een scherpe bocht, sprong via de parachute uit het vliegtuig en kwam zwaargewond en nog bij kennis (lees over zijn roepen naar de mensen die dichterbij wilden
komen!) hard op de grond neer.
In de laatste tienden van seconden vloog het vliegtuig alle verlichtingspalen in de vernieling en landde uiteenspattend vlak langs een dikke boom op de grond. Wat daarna van alles is overgebleven is toen zo snel mogelijk opgeruimd, waarbij toch een paar dingen zijn overgebleven zoals de gevonden scherf en de vliegeniersbril, onderdeel van een vliegeniersmuts.
Krikke’s theorie wordt ondersteund door de gevonden verbogen resten van meerdere verlichtingspalen en losse ombouwresten van een van die palen die naar achter toe ook gebogen waren, en na de opgraving tevoorschijn kwamen in een afvalkuil, samen met wat verbrand glas en ijzeren draden die om die ombouw van de verlichtingspalen heen vastgezeten hebben (ook te zien aan de laspunten), Die draden hielden hoogstwaarschijnlijk de lampen vast die boven in die palen opgehangen waren om de oprit te verlichten.
CONCLUSIE
Het onderzoek door Krikke geeft sterke aanwijzingen dat de Handley Page Hampden MK1 van het 61e Squadron met nummer AD-937 gecrasht is in het genoemde weiland aan de Putweg en niet in het tot dusver beschreven akkerland met vlakbij het genoemde monument!
[1] Getuigenissen van o.a. dochter Heather Simons en in Valkenburg van Wiel Curfs daarover, zijn opgeschreven door o.a. Rob Odekerken, in ’t Sjtegelke 26, 2019, nummer 52 (winter) de pagina’s 6-18. En later ook nog door John Odekerken te Houthem.